Rituaal en symboliek

Vrijmetselaars maken gebruik van rituelen die doordrenkt zijn van metaforen en symboliek. Een rituele inwijding tot Leerling is eigenlijk een spiegel van het leven zelf. Elke opvolgende inwijding, eerst tot Gezel en dan tot Meester, verkent een nieuwe metafoor, een ander aspect van het leven.

Deze metaforen kunnen eenvoudig zijn, zoals het beeld van de mens als ruwe steen die bewerkt moet worden tot een kubieke steen om een bouwwerk, een weergave van de samenleving, op te richten. Naarmate de rituelen vorderen, worden de metaforen dieper, vooral wanneer levensvragen aan bod komen. Op dat punt krijgen de rituelen een haast epische dimensie, waarin de verzamelde menselijke wijsheid weerklinkt.

Deze "rituele arbeid" speelt zich af in een rituele ruimte die bij Loge Plato neutraal wordt aangeduid als een "werkplaats". Deze ruimte heeft een specifieke inrichting. Maar vrijmetselaars kunnen overal en met minimale middelen een werkplaats creëren, waar dan ook.

Wanneer vrijmetselaars samenkomen in hun werkplaats, kiezen ze voor kleding die rust en eenvoud uitstraalt. In Loge Plato werken we in zwarte kleding, dragen het maçonnieke schootsvel (het symbool van arbeid) en witte handschoenen (het symbool van beoogde zuiverheid in die arbeid). Deze twee symbolen dragen sterke betekenissen.

Eén enkel symbool of beeld spreekt vaak luider dan duizend woorden. Het communiceert diepere lagen van informatie en emotie dan woorden dat kunnen, omdat het een beroep doet op ons gevoel. Het vormt in ons brein een beeld dat meerdere betekenissen kan dragen. Symbolen variëren van eenvoudig tot complex, van duidelijk en éénduidig tot gelaagd en veelzeggend. Dit biedt ruimte voor individuele interpretatie en keuze.